Notes:
De Noordoostpolder is een polder, gemeente en landstreek in de Nederlandse provincie Flevoland. De gemeente telde op 1 juli 2006 45.835 inwoners (bron: CBS) op een landoppervlakte van 460,05 km². Met een wateroppervlak (voornamelijk IJsselmeer) van 135,36 km² komt de totale oppervlakte op 595,41 km². De hoofdplaats van de gemeente is Emmeloord.
Het voormalige eiland Urk maakt geen deel uit van de gemeente Noordoostpolder; Urk is een zelfstandige gemeente.
Geschiedenis
Door het aannemen van de Zuiderzeewet in 1918 werd besloten tot de aanleg en inpoldering van de Zuiderzee/IJsselmeerpolders. Het plan "Lely" De Wieringermeerpolder werd als eerste aangelegd. En omdat deze al in de Zuiderzee was aangelegd, nog voor de Afsluitdijk werd gesloten, was de Noordoostpolder strikt genomen de eerste IJsselmeerpolder. Aanvankelijk was het de bedoeling om eerst de Markerwaard aan te leggen. Maar door de slechte economische omstandigheden van de 30er jaren werd, na aanvankelijk te hebben gesproken over het afbreken van verdere droogmakerij besloten om naar de andere kant van het IJsselmeer te gaan. Daar zou het waarschijnlijk makkelijker zijn om aspirant boeren te vinden. Het achterliggende gebied was immers veel groter. Bovendien was de Noord Oostelijke Polder, wat toen nog een dossiernaam was, veel kleiner en dus ook goedkoper in aanleg.
Op 2 februari 1936 werd met de voorbereidende werkzaamheden begonnen, en in 1937 werd de aanleg van in totaal 31,5 kilometer dijk aanbesteed. Op 3 oktober 1939 werd de dijk tussen Lemmer en Urk gesloten. Urk was voortaan geen eiland meer. In 1940 werd de dijk aan de zuidkant van de polder nabij Schokkerhaven gesloten, en kon het droogmalen beginnen. De polder viel officieel droog op 9 september 1942. Nu verloor ook Schokland de eilandstatus; Schokland lag voortaan in de polder. Omdat de zeebodem tegen de Overijsselse kant sterk opliep werd al in 1941 de eerste oogst (Rogge) van het land gehaald.
De kersverse polder werd al snel een toevluchtsoord voor onderduikers, omdat de arbeiders waren vrijgesteld van de Arbeitseinsatz. Van de afkorting NOP (van NoordOostPolder) werd in die tijd gezegd dat die ook stond voor "Nederlands Onderduikers Paradijs". In totaal zouden er circa twintigduizend personen ondergedoken zijn geweest gedurende deze oorlogsjaren. In november 1944 werden bij een grote razzia ongeveer 1800 pioniers en onderduikers opgepakt en via Vollenhove naar Meppel afgevoerd. Waarvan de toenmalige Landdrost Smeding toch nog ongeveer de helf heeft weten terug te halen om zodoende de graanoogst nog te kunnen dorsen. Tot op de dag van vandaag zijn er nog twee wegen terug te vinden in de polder, die aan de onderduikers herinneren onder andere de Onderduikersweg en Onderduikerspad, in Espel/Creil.
Reeds in de Tweede Wereldoorlog werd begonnen met de bouw van boerderijen. In eerste instantie dezelfde typen als in de Wieringermeer deze staan voornamelijk aan de Oostkant van de Polder en meestal aan het begin van een weg. Omdat deze zijn gebruikt om de polder in cultuur te berengen noemen ze deze Cultuurboerderijen. Na de oorlog toen stenen en metselaars nog schaars waren is voor het eerst gebruik gemaakt van prefab betonelementen. In 1947 begon de uitgifte van grond. De nieuwe boeren waren streng geselecteerd. Ze kwamen voornamelijk uit Friesland, Noord-Holland, en Zeeland (onder andere uit Walcheren dat in oktober 1944 door de geallieerden onder water was gezet).En later na de watersnood van 1953 boeren van Schouwen-Duiveland, Tholen en Zuid-Beveland.
Bij de inrichting van de polder is men uitgegaan van één centrale plaats (Emmeloord), en stervormige verbindingswegen naar tien kleinere dorpen op fietsafstand; een concept dat tijdens de uitvoering al achterhaald bleek door de opkomst van de auuto. In Oostelijk Flevoland is daarom dit idee van kleinere plaatsen vervangen door indeling van een grotere orde van grootte. Een aantal plaatsen zijn daardoor geschrapt. Deze vorm van inrichting is gedeeltelijk gebaseerd op de Centrale Plaatsen Theorie van de Duitse econoom en geograaf Christaller die deze in 1933 beschreef.
Tegenwoordig zijn de (snelweg) A6 tussen Lelystad en Joure en de (autoweg) N50 tussen Emmeloord en Kampen de voornaamste verbindingswegen.
Voor de nieuwe polder waren verschillende namen in omloop; zo werd in 1944 de naam Urkerland officieel vastgelegd. In hetzelfde besluit zijn toen ook de namen van de dorpen vastgelegd. In 1948 werd Noordoostpolder de officiële naam. Vanaf de instelling van de gemeente Noordoostpolder in 1962 tot de vorming van de provincie Flevoland in 1986, hoorde de polder bij de provincie Overijssel. Voor die tijd viel het gebied bestuurlijk onder het Rijk.
Herkomst Plaatsnamen in de gemeente
* Emmeloord ontleent zijn naam aan het dorpje op de noordpunt van het voormalige eiland Schokland.
Dit eiland lag in de Zuiderzee. Het dorpje heette vroeger (1478) Emelwerth. Eem, het eerste deel van Emel-, komt van het Germaanse ami, een algemene aanduiding voor een natuurlijk waterverloop. Werth betekent terp. Vanaf 1650 zien we echter daat de naam omgezet is naar Emeloirt. Oirt (door de i achter de o spreek je het uit als oort) betekent punt, net als in Dinteloort en IJoort (later IJdoorn). De overgang van werth naar oort heeft waarschijnlijk te maken met de afbrokkeling van het eiland Schokland. Daardoor was Emelwerth steeds minder een terp (heuvel in het land) maar kwam steeds meer op de punt (oirt) van het eiland te liggen.
* Ens is zodoende ook aan zijn naam gekomen, het is genoemd naar het zuidelijke deel van het eiland Schokland. De woonkernen Middelbuurt en Zuidert vormden samen Ens, welke in 1859 werd ontruimd, toen het wonen aldaar te gevaarlijk werd.
* Bant is genoemd naar het dorpje Bantega, dat vroeger in Lemsterland lag en waarschijnlijk door de zee verzwolgen is. In Lemsterland heeft men overigens na de oorlog de naam Bantega gegeven aan een voormalig onderdeel van het dorp Echten.
* Creil is genoemd naar een zandbank in de voormalige Zuiderzee bij Staveren.
* Espel is ook de naam geweest van een dorp, dat eenmaal ten noorden van Urk lag. Dit verdwenen dorp komt in de historie ook onder de namen Espelbergh en Espelo voor.
* Kraggenburg heeft zijn naam ontleend aan de vroegere vluchthaven aan de uitmonding van het Zwolse diep. De lichtwachterswoning, het eindpunt van een lange leidam, is na de inpoldering niet afgebroken en staat thans in het nieuwe land.
* Luttelgeest werd genoemd naar een plaatsje, dat eenmaal bij het toen zeer in aanzien zijnde Kuinre lag.
* Marknesse is genoemd naar Marcnesse of Marenesse, een dorp dat volgend de kronieken eenmaal in de buurt van Urk en Schokland heeft gelegen.
* Nagele is een naam, die toen de Noordoostpolder ontstond, nog niet verdwenen was. Oude Zuiderzeevissers beweerden wel, dat ze hun netten scheurden aan de restanten van de plaats Nagele (op oude kaarten voorkomend onder de namen Naghele enlenmaal tussen Urk en Schokland lag. Bijgelovige zeelui hoorden er bij stormweer zelfs de klokken van de door de zee verwoeste toren luiden.
* Rutten is afgeleid van Ruthne, een dorp dat in de 14e eeuw nog ten noorden van Urk moet hebben gelegen.
* Tollebeek als laatste lag vroeger in de buurt van Urk, de plaats is een stedenband aangegaan met Tollembeek te België
Matches 1 to 3 of 3
Last Name, Given Name(s) ![]() |
Birth ![]() |
Person ID | Tree | |
---|---|---|---|---|
1 | ![]() | 05 Oct 1985 | I151471 | savenije |
2 | ![]() | 14 Sep 1988 | I151472 | savenije |
3 | ![]() | 07 Jan 1949 | I151470 | savenije |
Matches 1 to 22 of 22
I like this service very much and I want to donate money | Ik vind deze site geweldig en wil graag financieel helpen het in stand te houden
This site powered by The Next Generation of Genealogy Sitebuilding ©, written by Darrin Lythgoe 2001-2025.